Voor tijdschrift Genoeg schrijf ik de rubriek ‘De Uitdaging’. Dertig dagen probeer ik een goed voornemen vol te houden. Dit is de derde aflevering.
Dag 0
Ik heb nog nooit gemediteerd. Soms probeerden vriendinnen mij wel zover te krijgen. Enthousiast vertelden ze over mindfulness, yoga en meditatieweekenden. Maar ik kreeg er altijd de kriebels van. Waarom als rationele westerling je heil zoeken in oosterse gebruiken die je niet echt begrijpt? En waarom jezelf dwingen een uur stil te zitten terwijl je ook een goed boek kunt lezen of een glas wijn kunt drinken met vriendinnen? Natuurlijk is dat niet hetzelfde; ontspannend is het wel. Ik spreek uit ervaring. Lees verder “30 Dagen Mediteren”

Voor tijdschrift
Voor tijdschrift
Mopperen is een Nederlandse hobby en de plaats waar deze hobby het fanatiekst wordt beoefend, is Utrecht. In Amsterdam word je begroet met een grap, in Rotterdam hebben ze geen tijd om te groeten omdat ze aan het werk zijn en in Utrecht word je begroet met gemopper. Denk Rijk de Gooijer erbij en je hebt het beeld. Ik ben Nederlander én woon in Utrecht, dus mijn hobby was het ook. Een heel fijne zelfs. Want, redeneerde ik, gratis en ook nog goed tegen de stress.
Mijn vrienden maken nooit schoon. Niet omdat ze vies zijn. Nee, ze hebben een werkster. Een Somalische moeder van vijf kinderen die geen Nederlands spreekt, maar wel veel lacht. Of een vlotte studente met paardenstaart die geld nodig heeft voor haar skivakantie, iPad en caffe latte macchiato.
Zelf maken, vroeger was ik er dol op. Ik haakte en plakte en bakte erop los. Tegenwoordig heet het Do It Yourself en moet je er kant-en-klare pakketten voor kopen. En vind ik er niets meer aan. Ik erger me zelfs als ik ‘mutspakketten met haaknaald en wol’ of ‘erwtensoeppakketten’ in de winkel zie. Met ‘handig uitneembaar recept voor in de keuken’. Voor hetzelfde geld koop je preien, knolselderij en een pak gedroogde erwten en stop je je halve vriezer vol erwtensoep.
Ik ben een slechte rommelmarktkoper. Uren speuren tussen oude zooi, eindeloos onderhandelen. Ik vind het gedoe, en ook smoezelig. Al die troep, je begrijpt niet dat mensen het überhaupt durven te verkopen.
Een tijd geleden stuitte ik op een site waar je je kon opgeven als tester. Je moest wat vragen beantwoorden en dan kreeg je zomaar de allernieuwste producten. Pindakaas gelardeerd met tijmhoning en cayennepeper, shampoo die niet alleen je haar maar ook je zelfvertrouwen veerkracht geeft en kussenzacht wc-papier met amandelmelkextracten.
Een klasgenoot van mij had een grote zwerm fans. Niet omdat hij zo leuk was. Hij droeg mufruikende nylon shirts en opende zijn mond alleen voor gemene opmerkingen. Het ging om wat hij elke pauze uit zijn tas haalde. Een schermpje met een rode achterkant. Donkey Kong, een van de eerste draagbare computerspelletjes. Hij liet zijn aap van boom naar boom slingeren terwijl de halve klas over zijn schouder meekeek. Heel soms gaf hij het spelletje minzaam uit handen. Aan degene die het meest had geslijmd.
Pesten is hot. Er zijn televisieprogramma’s over, je kunt er armbandjes van kopen en iedereen roept er publiekelijk schande van. Aan de school de schone taak het op te lossen. Dat doet ze voortvarend. Kleuters moeten vanaf hun vierde rollenspelen doen en voortdurend voor de klas hun emoties uiten. Dat schijnt te helpen.