Haar

Ik heb haar. Daar moet ik eigenlijk heel blij mee zijn, want er zijn genoeg leeftijdgenoten zonder haar. Weliswaar vrijwel allemaal mannen, maar toch.

Ik ben ook heus wel blij met mijn haar. Het is dik, in de zomer krijg ik zonder er iets voor te doen, blonde strengen erin, en het is nog niet eens grijs.

Maar hoe blij ik ook ben met mijn haar, ik vind het ook moeilijk, haar. Ik weet niet wat ik ermee moet. In lagen, met korte plukken, met lange plukken, opgeknipt, gesneden, gechopt, of gestraightend: ik weet het echt niet. Ik heb al jaren haar dus ik zou het onderhand moeten weten, maar nog steeds weet ik het gewoon niet.

Eén ding weet ik wel. Niet kort. Nooit meer kort. Ik heb ooit heb ik kort haar gehad, lang geleden, ik was nog jong. Dat was toen mode. Opeens liepen alle vrouwen met kort haar. En dan bedoel ik dus echt kort. Tien centimeter kort haar. Haar dat alle kanten op gaat staan. Haar dat in vijf minuten droog is en dat zacht aanvoelt als je erover wrijft.

Het was de tijd waarin vrouwen ook blazers met enorme schoudervullingen droegen, truien met vleermuismouwen en wortelbroeken: de enige broek die werkelijk iedereen een dikke kont geeft, zelfs graatmagere modellen. In dat kader moeten we de mode van het korte haar destijds plaatsen. Niet verwonderlijk dus dat het korte haar al snel weer uit de mode was.

Ik ben hooguit drie weken blij geweest met mijn korte haar. Toen wilde ik het weer lang. Maar het vervelende van haar is nu eenmaal dat van lang naar kort heel snel gaat, en andersom niet. Elke dag stond ik voor de spiegel met een liniaal erbij. Veel hielp dat niet. Het schoot niet op. Het bleef maar kort. Of er maar een millimeter per maand bij kwam.

Nu ben niet meer jong. Mijn haar is al tijden lang. Dat schijnt helemaal niet te mogen, lang haar als je boven de 30 bent. Dan moet je een kapsel nemen, echt haar, haar waaraan je kunt zien dat je vaak naar de kapper gaat. Een staart of knot mag al helemaal niet. Dat is kinderachtig.

Nou ben ik de beroerdste niet, en normen zijn er natuurlijk om precies aan te voldoen anders wordt het een zooitje op de wereld, dus ik doe heus mijn best. Elke ochtend, als ik mijn haar weer in een elastiekje frot, echt elke ochtend opnieuw, denk ik: Ik moet naar de kapper! Ik ben volwassen! Ik doe ook andere volwassen dingen: mijn tuin netjes bijhouden, belastingaangifte, stemmen, kinderen opvoeden. Dan kan ik er niet meer als een meisje van 18 bij lopen!

Maar naar de kapper ben ik nog steeds niet geweest. En terwijl ik aarzel en uitstel en talm en draai, groeit mijn haar maar door en door. Ik pak er geen liniaal meer bij, maar ik weet zeker dat het groeit waar ik bij sta. Met centimeters per maand. Soms zijn de dingen slecht geregeld in het leven.

Eén antwoord op “Haar”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *