Ik ben een slechte rommelmarktkoper. Uren speuren tussen oude zooi, eindeloos onderhandelen. Ik vind het gedoe, en ook smoezelig. Al die troep, je begrijpt niet dat mensen het überhaupt durven te verkopen.
Ik dacht er dus ook nooit aan zelf rommelmarktverkoper te worden. Mijn eigen oude zooi bracht ik gewoon naar de kringloopwinkel. Tot een vriendin enthousiast vertelde hoeveel ze verdiende door op rommelmarkten te staan. ‘En het is nog hartstikke gezellig ook!’ Opeens was ik om. Op een leuke manier je oude troep kwijtraken en nog geld toe krijgen!
Niet lang daarna was de jaarlijkse wijkrommelmarkt. Met kritische blik ging ik door het huis. Ik verzamelde vijf koektrommels. Spelletjes die we nooit meer speelden. Boeken waar ik niet doorheen kwam. Schattige jurkjes die te klein waren, met hooguit een klein vlekje. Een pastamachine die al zes jaar glimmend in de doos zat. En nog een heleboel meer. We gingen cashen.
Die ochtend stalde ik zorgvuldig alles uit en rekende uit hoeveel we gingen verdienen. Ik was bij 200 euro toen de eerste koper kwam. Een man die het computerscherm met trillende handen optilde. Voorzichtig, wilde ik zeggen, maar opeens was ik omringd door een heleboel mensen die lukraak tussen onze spullen gingen staan. Twee vrouwen rukten allebei aan het deksel van de stoompan. Een meisje stak een barbie in haar mond en ik kon nog net verhinderen dat iemand de pastamachine stal. Dit was niet gezellig.
Opeens waren ze allemaal weer weg. Toen kwamen de zuinige kopers. Ze pakten spullen, legden ze neer, liepen nog een rondje en kochten pas nadat ik drie keer in prijs zakte. Om half 5 was het stil. Ik had koude voeten en mijn hoofd bonkte. Op het kleed lag nog minstens de helft van onze spullen.
‘Ga lekker naar huis,’ zei De Man. ‘Ik ruim het hier op.’
‘En de spullen?’ vroeg ik bezorgd. ‘Ze zijn nog zo mooi. Laten we ze volgend jaar verkopen.’
Ik zat aan mijn tweede biertje toen hij binnenkwam, met een gezinszak friet. ‘Ik heb de winst omgezet in voer. En dan hebben we nog 20 euro over.’
Mijn mond viel open.
Hij lachte. ‘Gratis friet, betaald met onze oude troep! Wat over was heb ik in zo’n container gegooid.’
Dat was een half jaar geleden. Vanochtend zijn we weer met volle tassen naar de kringloopwinkel geweest. Want over de conclusie hoef ik niet lang na te denken. Rommelmarkten zijn helemaal niet gezellig.
Deze blog is ook gepubliceerd in Genoeg.