Een supermarkt bij mij in de buurt heeft een geweldige spaaractie. Achterop hun kassabonnen staan zegeltjes die je moet uitknippen en opplakken. Een volle kaart kun je inwisselen voor een gratis ‘actieproduct’. Wasmiddel dat ruikt naar gemaaid gras. Crackertjes met knoflook-peterseliesmaak. Shampoo voor krullend haar.
Ik was altijd al fanatiek spaarder, maar dit heeft het spaarbeest in mij losgemaakt. Elke maand opnieuw probeer ik zoveel mogelijk te sparen met zo min mogelijk boodschappen.
Zo raap ik flink wat bonnen op die mensen zomaar weggooien. En al mijn boodschappen betaal ik met pinpas. Dan krijg je namelijk een langere bon en dus meer zegels. De voordeligste bon kreeg ik voor een netje uien. Twee zegels voor 79 cent! Op sommige bonnen zit maar een halve zegel. Alleen de onderkant bijvoorbeeld. Geen probleem. Ik wacht gewoon tot ik ook een bovenkant heb, en knutsel ze aan elkaar.
Soms heb ik aan het einde van de actie te weinig zegels. Dan laat ik mijn ene kind een pak melk kopen. De ander een halfje volkoren. ‘En denk aan het bonnetje!’ zeg ik er dreigend bij.
Lonend is het zeker. Ik heb al een jaar geen wasmiddel meer gekocht. En ik heb nog een voorraad shampoo tot 2015.
Het schijnt typisch Nederlands te zijn, sparen bij de boodschappen. Ik kijk nooit voetbal en hou niet van schaatsen, maar hierin ben ik vaderlandsgetrouw. Mijn keukenla ligt helemaal vol. Zegeltjes van de kaasboer. Een stempelkaart van de slijter. Een spaarkaart van het Kruidvat en van Airmiles.
Nu ik erover nadenk, levert lang niet al dat gespaar evenveel vreugde op. Airmiles bijvoorbeeld, daar is weinig aan. Ik geef de kassière altijd mijn pasje, maar heb geen idee hoeveel punten ik heb. Ik weet ook niet wat ik met die punten kan doen. En ik zal nooit eens een extra pak koffie kopen om meer Airmiles te krijgen.
Nee, de conclusie is simpel. Sparen moet tastbaar zijn. De zegeltjes of bonnetjes die je moet sparen. En de dingen waarvoor je spaart. Je moet het kunnen vastpakken. Alleen dan krijg je dat fijne spaargevoel.
Dat heeft die supermarkt goed begrepen. Er zit maar één nadeel aan. Ze houden te weinig rekening met mijn wensen. De laatste keer kon je sparen voor kattenvoer met tonijn. Daarvoor voor wasverzachter ‘zonnig geel’. Ik heb geen kat en wasverzachter vind ik stinken. En dat terwijl mijn wasmiddel bijna op is.
Deze blog is gepubliceerd in de rubriek Kicks voor Niks in het nummer 95 (winter 2012-2013) van Genoeg