Sjredder

Spullenverdriet. Spullenstress. Spullenliefde. De relatie tussen de mens en zijn spullen is niet altijd even eenvoudig in een samenleving met supermarkten die bijna tweehonderd soorten broodbeleg aanbieden. Een serie over spullen en bijbehorende emoties.

Op een dag wist ik het. Een shredder. Die ontbreekt nog aan mijn bestaan. Zo’n apparaat waar je papier in kan doen dat er dan in reepjes gesneden weer uit komt.

Vroeger waren shredders grote dure apparaten die je alleen zag op kantoren. Net als kopieerapparaten en scanners. Maar gelukkig is er vooruitgang in de wereld en dus heeft iedereen die dingen nu gewoon thuis staan.

Omdat ik een bewuste consument ben, heb ik mijn shredder natuurlijk niet in een opwelling aangeschaft. Ik had hem echt nodig om Belangrijke Papieren veilig weg te werken. Papieren met BSN-nummers erop, of bankrekeningnummers of handtekeningen en die je niet zomaar kunt weggooien omdat dan een criminele Bulgaar er met jouw identiteit vandoor gaat en uitkeringsfraude pleegt in jouw naam. Of de halve Wehkamp leegkoopt op jouw kosten.

Eerst joeg ik oude administratie door de shredder. Flats, daar lag 2007 in reepjes gesneden in de opvangbak. Hop daar ging 2008. Rekeningen, belastingaanslagen, contracten, alles wat ooit belangrijk was verwerd tot vrolijke sliertjes.

Wat de shredder extra cachet geeft: hij maakt een goed bijpassend geluid. Als je hem aanzet, hoor je alleen een klikje. Dan duw je een papier in zijn mond en begint hij te brommen. Eerst zachtjes, daarna langzaam harder. Als het papier er helemaal doorheen is, zwijgt hij weer eerbiedig, wachtend op zijn volgende hapje. En dan is het ook nog eens een heerlijk woord om uit te spreken. Eerst die sj-klank, dan die r erachteraan. Ik laat het woord graag een paar keer per dag door mijn mond rollen.

Twee weken lang deed ik elke dag een stapeltje. Toen waren alle overbodig geworden Belangrijke Papieren op. Maar mijn zin om te shredderen nog lang niet. ‘Ruim je Belangrijke Papieren op’, sommeerde ik mijn huisgenoten. ‘En geef ze daarna aan mij, dan voer ik ze veilig af. Je moet er toch niet aan denken dat ze in verkeerde handen vallen.’

De Man duikelde nog ergens een mapje papieren op, van Jongste kreeg ik een paar oude proefwerken. Oudste meldde dat ze alles digitaal had dus niks te shredderen. Ik smeerde het goed uit en kon zo nog vijf dagen vooruit.

Toen was echt alles op. Rusteloos en opgejaagd liep ik door het huis, trok kasten open, keek in de papierbak, maar er was echt helemaal niets meer. Natuurlijk heb ik het wel geprobeerd. Met wat kladpapier en een folder. Maar het gaf niet hetzelfde gevoel. Ik voelde me er zelfs een fraudeur door.

Het beste zou natuurlijk zijn om de shredder op te bergen en te wachten tot ik nieuwe Belangrijke Papieren heb. Maar gisteren heb ik vijf offertes voor verzekeringen opgevraagd, bij vier banken informatie gevraagd over een nieuwe rekening en ik overweeg om nu al belastingaangifte te doen over 2019. Ik zal en ik moet shredderen.

Deze column is eerder verschenen in Genoeg.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *