Voor tijdschrift Genoeg schrijf ik de rubriek ‘De Uitdaging’. Dertig dagen probeer ik een goed voornemen vol te houden. Dit is de vierde aflevering.
Dag 0
Ik slaap meestal best goed. Beter dan best goed zelfs. Ik val vaak snel in slaap, slaap bijna altijd door en over het algemeen lang genoeg. Maar wat goed is, kan natuurlijk altijd beter. Tijd voor een experiment. Ik ga dertig dagen lang proberen optimaal te slapen.
Dag 1
Goed slapen doe je tegenwoordig niet zomaar op gevoel. Het is pas goed als je het hebt gemeten. Ik installeer daarom de app Sleep as Android, aanbevolen door elke site over slapen. Of je licht slaapt of diep, hoeveel slaapcyclussen je doormaakt en hoe vaak je hebt gedroomd: de app legt het allemaal vast als je je telefoon in je bed legt. En hij heeft een speciale wekker. Je stelt in hoe laat je moet opstaan en hij wekt je als je licht slaapt. Dat kan twintig minuten voor wektijd zijn, maar ook vijf minuten ervoor. Niet later, want je wilt natuurlijk geen problemen doordat je zo nodig optimaal moest slapen.
Dag 2
Gisteravond ben ik al om 11 uur naar bed gegaan. Uitgerust word ik wakker en onmiddellijk grijp ik mijn telefoon. Ik heb zeven uur en veertig minuten geslapen. Heel goed, zegt de app, bijna dertig minuten meer dan de gemiddelde gebruiker. Ik ben trots.
Dag 5
Om 11 uur naar bed, tot half 12 gelezen, tot half 8 geslapen, ik voel me superfit. Beter slapen is niet zo moeilijk. Gewoon op tijd erin, dat is alles. En geen alcohol voor het slapen want dan slaap ik minder diep.
Dag 8
Net als ik naar boven wil gaan, komt Oudste de kamer in. ‘Nog even één dingetje,’ begint ze. Het wordt een gesprek van een uur. Ik wilde weer vroeg naar bed te gaan, maar opvoeden gaat natuurlijk voor. Jammer dat ik zo wakker word van opvoeden. Met open ogen staar ik in het donker. Dan knip ik het licht aan en lees nog een uur. ’s Ochtends word ik een half uur te vroeg wakker gemaakt, want de app vindt dat ik dan licht slaap. Ik hoef niet op de grafiek te kijken om te weten dat ik slecht heb geslapen. Mijn ogen prikken en alles gaat langzaam.
Dag 11
Ik begon dit experiment goed, maar de laatste dagen lukt het me niet om op tijd naar bed te gaan. Er komt steeds iets tussen. Werk, afspraken, gezinsleden. Ik lees een boek over slaap. Slaap is hard nodig voor je gezondheid, lees ik. Wetenschappers verhinderden ratten dagenlang om in slaap te vallen. De ratten kregen ontstekingen, hun huid werd zwart en uiteindelijk gingen ze dood. Vanavond om half 11 erin, neem ik me voor. Maar ik moet Jongste ophalen van een feestje en daarna pas komt De Man thuis van een etentje. ‘Ga je nu al naar bed?’ vraagt hij. ‘Doe niet zo ongezellig!’ Ik zwicht en het wordt weer laat. En alweer word ik een half uur te vroeg ruw gewerkt door de app.
Dag 13
Ondanks mijn goede voornemen lig ik er voor de zoveelste keer pas na 12 uur in. Het lukt gewoon niet. Optimale slaap is vooral haalbaar voor kluizenaars zonder werk.
Dag 17
Volgens de app heb ik vijf procent van mijn slaaptijd gesnurkt of gepraat. Nieuwsgierig speel ik de opnamen af. Ik hoor het bed kraken. Lakens die worden verschoven. Weer gekraak. Stomme app.
Dag 19
Hoewel ik me best uitgerust voel, zegt mijn app elke dag dat ik niet genoeg slaap. Twintig minuten te weinig, vijftien te weinig, dertig te weinig, het staat er elke keer pesterig in grote rode cijfers.
Dag 20
De tour win je in bed, zei Joop Zoetemelk. Die uitspraak herhaal ik tegen De Man als hij klaagt als ik al om 11 uur naar boven ga. Om half 12 slaap ik en ’s ochtends word ik wakker voordat de wekker gaat. Jammer dat ik geen profwielrenner ben, want ik zou vandaag een goeie tijd neerzetten.
Dag 23
Gisteren minder goed geslapen omdat ik ’s avonds had gewerkt. Dan slaap ik altijd minder goed. Maar omdat ik er nu zo op let, valt het me meer op en irriteert het me. Het is of ik het niet meer kan loslaten sinds ik erop ben gaan letten.
Dag 25
Ik zet weer gewoon de wekker. Die optimale wektijd is altijd midden in een droom.
Dag 27
Weer te weinig geslapen, mijn ogen prikken, ik voel me wazig en het is of er watten in mijn hoofd zitten. Sinds mijn babytijd heb ik geen middagdutje meer gedaan, maar vandaag ga ik het proberen. De enige manier om je slaaptekort in te halen, jubelt mijn boek over slapen. Ik doe de gordijnen dicht en ga in bed liggen. Ogen dicht. Ik draai me om. Ik hoor het buurjongetje thuiskomen van school. Ik draai me weer om en zie de gordijnen heen en weer wiegen. Ik draai me nog eens om. Na tien keer draaien geef ik het op. Ik kijk op mijn telefoon. In totaal heb ik acht minuten in bed gelegen.
Dag 29
Ik ga ’s avonds de stad in met een vriendin. We hebben elkaar al een tijd niet gezien. Het is mooi weer en we zitten op een terras. ‘Ik moet vroeg weg want ik moet veel slapen,’ zeg ik. ‘Waarom dat nou weer?’ vraagt ze, en ze heeft de ober alweer gewenkt. Pas na vier glazen fiets ik weer naar huis. Ik ben hartstikke vrolijk en vind het leven fantastisch, maar slaap beroerd. Tekort is bijna 2 uur, meldt de app streng.
Dag 31
Meten is weten, maar meten leidt soms ook tot een hoop frustratie. Ik delete mijn app. Rond een uur of 12 ga ik naar bed en ’s ochtends schrik ik wakker door een keihard piepende wekker. Ik wrijf in mijn ogen en na een warme douche en twee koppen koffie voel ik me ouderwets uitgerust. ‘Heerlijk geslapen,’ zeg ik tegen mijn huisgenoten. ‘Wat zegt je app ervan?’ vragen ze. Ik haal mijn schouders op. Je kunt maar beter niet al te precies weten hoe goed je slaapt. Belangrijker is dat je er zelf van overtuigd bent dat je goed slaapt.