30 Dagen Niet klagen

Voor tijdschrift Genoeg schrijf ik de rubriek ‘De Uitdaging’. Dertig dagen probeer ik een goed voornemen vol te houden. Dit is de zevende aflevering.

Dag 0
Je kunt natuurlijk uitdagingen aangaan om gezonder te worden, efficiënter, dunner of gespierder. Dat is leuk, maar oppervlakkig. Het is vooral buitenkant. Ik wil nu eens een uitdaging waar ik van leer, waardoor ik groei, waar ik een beter mens van word. Kortom iets meer inhoud. Ik overpeins al mijn slechte gewoonten en ben eruit. Ik ga stoppen met klagen. Als ik daar geen beter mens van word, weet ik het ook niet meer. Klagen is niet goed, klagen is lelijk.

Dag 1
Ik ben bepaald niet de eerste die op dit idee is gekomen. De blogs en getuigenissen vliegen me om de oren. Ik lees ze vluchtig en huiver. Waarschijnlijk klaag ik veel meer dan ik zelf denk, ik heb het zelf niet in de gaten. Er zit niets anders op dan mensen in mijn omgeving te vragen me erop te wijzen als ik zit te klagen. Ik heb meteen zin om daar eens behoorlijk over te klagen. Maar ik houd me in. Met moeite.

Dag 4
Telt klagen in je eentje ook? Dan ben je toch de enige die er last van heeft. Ja, dat mag ook niet, lees ik overal. Hmmm, dat wordt lastig. Ik kan natuurlijk stiekem gewoon in mijn eentje door klagen, maar dat voelt als vals spelen.

Dag 6
Ik zoek een goedkoper telefoonabonnement, bekijk vergelijkingssites en klik op aanbiedingen. Binnen vijf minuten heb ik twintig pagina’s open zonder dat ik nog weet wat ik waar heb gezien, laat staan wat ik moet kiezen. ‘Ik haat dit,’ verzucht ik. Oeps. Geklaagd. Dat mag niet. Snel omzetten in iets constructiefs, want dan stop je met klagen, zo heb ik begrepen. Hoe hard ik ook nadenk, ik kan niets constructiefs verzinnen. Ik haat het nog steeds.

Dag 11
Ik heb al vijf dagen niet geklaagd, dat gedoe met het telefoonabonnement was het laatste. Eerst was ik bang dat ik veel vaker zou klagen dan ik zelf door had, tot mijn verbazing klaag ik juist veel minder. Sterker nog: ik klaag bijna nooit. Misschien is dat wel weer beklagenswaardig: ik ben gelijkmatig. Saai dus.  

Dag 15
Ik klaag te weinig, klaag ik tegen De Man. Dus ik kan er ook niet mee ophouden. Hij denkt even na. ‘Als jij je niet goed voelt, klaag je inderdaad niet,’ zegt hij. Trots knik ik. Zie je wel, ik hoef mezelf niet meer te verbeteren. ‘In plaats daarvan zoek je ruzie.’

‘Ha!’ zeg ik. ‘Maar dat mag ik gewoon blijven doen, want het is 30 dagen niet klagen. En niet 30 dagen geen ruzie maken.’

‘Dat lijkt me niet logisch,’ zegt hij.

‘Natuurlijk is het wel logisch!’

‘Niet klagen is ook geen ruzie zoeken.’

‘Wat een onzin.’ Mijn stem wordt harder. ‘Ik zoek nooit ruzie. Als ik boos word, is dat functioneel. Dan is het terecht omdat ik gelijk heb.’

Lachend loopt hij naar boven.

Dag 19
Ik lees nog eens wat blogs van mensen die zijn gestopt met klagen. Ze klagen 21 dagen niet meer, of een hele maand, een jaar of zelfs de rest van hun leven. Hoe meer ik lees, hoe geïrriteerder ik word. Ik lees juichverhalen van mensen die zeggen dat ze pas echt contact met anderen hebben toen ze stopten met klagen, die niet langer ongelukkig zijn, die eindelijk voluit leven. Want ze zitten nooit meer bij de pakken neer en wijzen nooit meer met de vinger naar de ander. Nee, ze gaan altijd – en ook altijd met blij gemoed– zelf aan de slag met het stukje dat zij kunnen verbeteren.

Ik geloof er niets van.

Dag 22
Ik neem me voor eens een dag zoveel mogelijk lekker te klagen. Eens kijken hoe dat voelt.

Dag 23
Een hele dag klagen is niet vol te houden. Te saai.

Dag 26
Roddelen mag ook niet van sommige anti-klaagmensen. Maar bij de kliko’s in de tuin tref ik de buurvrouw en we moeten even de laatste buurtnieuwtjes doornemen. Bij de meest sappige blijven we hangen, schudden meewarig ons hoofd en zeggen dingen als: ik heb hem altijd al raar gevonden. Of: ze zag er al tijden niet goed uit. Of: heb je gezien wat ze deed? Ik voel me heerlijk na ons gesprek. Roddelen verkeerd? Het helpt me juist enorm om mijn humeur te verbeteren.

Dag 27
Wat gebeurt er in je lichaam als je nooit klaagt? Waar blijven die ergernissen en irritaties? Die gaan vast van binnen rotten en gisten, net zo lang tot zich een giftig mengsel van opgekropte negativiteit heeft gevormd dat er opeens met een knal uitkomt. Natuurlijk net op een moment dat je het niet kunt gebruiken. In de rij bij de kassa, tijdens een sollicitatiegesprek of bij het kerstdiner. 

Dag 29
Die mensen die zijn gestopt met klagen, fietsen die nooit in de regen? Hebben zij nooit dat het wc-papier op is net als zij moeten poepen? Treffen zijn geen schimmel op een net geopend potje pesto? Hebben ze nooit sleutels die afbreken in het slot? Houden hun computers er nooit zomaar mee op? Dat niet-klagen is niets voor mij. Ik ben juist heel tevreden met mijn klaagpatroon, dat wil ik helemaal niet aanpassen. Want wie nooit klaagt – of daar naar streeft, ontkent dat het leven nou eenmaal ook uit teleurstellingen en frustraties bestaat. Daar komen alleen maar enge dingen van.

Dag 30
Ik ben eruit. Klagen is fijn en soms gewoon hard nodig. Maar niet te vaak.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *